Blij dat ik glij
Ter land, ter zee en in de lucht
januari 2013
Een zondag vol regen en dooi leek voldoende om alle sneeuw ‘in één keer’ te laten verdwijnen. Niet verkeerd, want zo zouden we ons niet dagenlang door de derrie hoeven voort te bewegen.
Maandagochtend
Zonder problemen fietste ik over de vrije fietspaden richting park. Geen sneeuw, geen ijs, zelfs geen grote plassen water. Totdat… totdat ik zag dat het tweede deel van de brug over de Allendelaan – het deel met de helling naar beneden – als enige stuk wél vol lag. Vol met bevroren water, ook wel ijs genoemd. Over de gehele breedte was het een tapijt van levensgevaarlijke ijshobbels. Eraan ontsnappen was niet meer mogelijk.
Horizontaal?
Met de vaart er behoorlijk in, was ik er heilig van overtuigd dat het gedaan was met mijn verticale status. Bijna overdwars gleed ik vooruit, beseffend dat ik elk moment horizontaal kon gaan. In diezelfde seconde denkend aan een vriendin die twee jaar eerder op ongeveer gelijke wijze haar enkel had gebroken. In gedachten zag ik mijn geliefde wandel- en hardlooprondjes dan ook voor enkele weken in rook opgaan.
Maar engelen bestaan nog, want fiets en ik bleven al glibberend op miraculeuze wijze overeind! Met ingehouden adem en grote ogen van de schrik, fietste ik verder (lachend van opluchting en zéér dankbaar constaterend, dat op een paar oplettende reigers na, nergens een toeschouwer te bekennen was).
Just one of those mondays…