Natuurmomenten

De groene dame

december 2012
Parkvriend Henny kwam mij tegemoet gewandeld en zoals wel vaker maakten we een praatje. En we waren bepaald niet de enige babbelaars hoor, zeker niet. Een onbekende groene dame was behoorlijk aanwezig.

De halsbandparkiet kletste gewoon door ons heen

In de boom naast het bruggetje waar we op stonden, waren vier halsbandparkieten komen zitten en een van die parkieten, die groene dame dus, had duidelijk iets te melden. Ze bleef in ieder geval nadrukkelijk door ons gesprek tetteren, dát was raar. Zo raar, dat Henny en ik onze babbel herhaaldelijk even onderbraken om aandacht aan dit groen gevederde vrouwtje te schenken.

De halsbandparkiet bleef steeds vlak voor onze neus fladderen. Hilarisch.

Wispelturig
Op een gegeven moment kwam de halsbandparkiet steeds opnieuw doelgericht naar ons toegevlogen, om vervolgens vlak voor ons al fladderend stil te houden. Daarna ging ze dan weer snel de hoogte in, bizar. Henny en ik snapten er niets van en begonnen toen als vanzelf maar wat tegen de parkiet aan te kletsen (tja, wat moet je anders).

Steeds weer aanstalten maken om 'bij ons' te komen...

Omdat de groene dame babbelend en roepend om ons heen bleef hangen, stak ik uiteindelijk een lange stok naar haar uit om te kijken of ze daar wellicht interesse in had. Of ze er misschien op wilde komen zitten (in m’n andere hand schuilde heel onhandig de camera, want áls het lukte, dan zou het toch leuk zijn als het op beeld gevangen werd).
En ja hoor, daar kwam ze. Elke keer echter, wanneer ze dan vlak boven de tak hing, maakte ze toch weer snel rechtsomkeert. Lachwekkend. Lachwekkend en merkwaardig. Héél merkwaardig.

De halsbandparkiet kwam naar de tak gevlogen.

De halsbandparkiet durfde toch niet op de tak te gaan zitten.

Natuurlijk geflirt
Dat we hier te maken hadden met natuurlijk geflirt van een uitgekiend vrouwtje, drong nog steeds niet tot ons door. Tenminste, niet tot mij. Henny had de bui stiekem wel al voelen hangen, want hij zei opeens met een enigszins bezorgde blik: “Ik hoop wel dat wanneer ik straks verder loop, die vogel bij jóu blijft!” Nou, niet dus! Henny ging. En terwijl ik hem nakeek, vloog de groep van vier, met de luidruchtige dame voorop, in een duikvlucht achter hem aan. Steeds wanneer Henny de vogels dan weer voorbij was, vlogen ze hem opnieuw na en voorbij, om hem vervolgens een paar bomen verder weer op te wachten.

Met een grote grijns op m’n gezicht zag ik mijn parkvriend en de parkieten kleiner worden. Die Henny, hij kan nu in ieder geval wél naar waarheid aan zijn vrienden vertellen, dat hij ooit eens in het park sjans gehad heeft van een leuke dame met vuurrode lippen.

(En dat die dame verder groen was, hoeven zijn vrienden natuurlijk niet te weten.)

Dit verhaal en meer in het boek ‘Groene tijden, slechte tijden